Moet een Vlaamse of Nederlandse tekstschrijver ook vlekkeloos Engels kunnen? Opdrachtgevers verwachten dat steeds meer, maar een tijdje geleden maakte een copywriter zich daar druk over op LinkedIn. Hij argumenteerde dat je eigenlijk maar één taal echt goed kunt beheersen.
Hij kreeg veel bijval van collega’s en had ook wel een punt. Niet iedereen heeft zoals Vladimir Nabokov een taalbad gekregen in een ketel met toverdrank. Veel Vlamingen – zelfs tekstschrijvers – kunnen hun Flenglish maar moeilijk van zich afschudden. Dat kan tot onbedoeld hilarische situaties leiden, denk aan die burgemeester die zijn collega van de Engelse zustergemeente verwelkomde met de woorden “I hate you heartly welcome.” Nederlanders kunnen er ook wat van, hun Engels gebazel moet soms niet onderdoen voor de mild satirische rijmpjes van Johan van der Meulen, alias John O’Mill (1915-2005):
Pete’s Knot
Three arrogant pupils of Class Five 3
attempted to drive the spot with me,
but I had ‘m through
and before they knew,
I set ‘em for Pete, Pete Snot, you see.
De realiteit is wel dat veel Nederlandse of Vlaamse bedrijven in het Engels moeten communiceren om gehoord te worden bij hun doelgroep. Moeten we die Engelse teksten dan maar aan de Britten of de Amerikanen overlaten? Not quite, zou ik zeggen.
Die copywriter maakt immers een denkfout. Hij gaat ervan uit dat bedrijven hem alleen inhuren om hun aanbod of hun kernboodschap in mooie taal te verpakken. Dat klopt niet. De echte noden liggen stroomopwaarts, bij het bepalen van wat ze willen zeggen en in welke vorm ze hun communicatie willen gieten. Zeker B2B-bedrijven worstelen daar stevig mee. Ze zijn gewend om te communiceren vanuit hun eigen aanbod en hebben de grootste moeite om hun potentiële klanten te inspireren met inzichten die hen echt vooruithelpen. Het wordt er niet eenvoudiger op als het eigen aanbod ook nog eens complex is, dan verzandt de communicatie vaak in opsommingen van technische features, niet in wervende of leerzame publicaties.
Als redacteur moet je dat weten. Als je de communicatie van het bedrijf echt vooruit wil helpen moet je in eerste instantie de polsslag van de potentiële klant voelen. Je moet meedenken met de bedrijfsstrategieën van zowel aanbieder als klant. Sectorkennis helpt daarbij.
Of de uiteindelijke communicatie dan in het Nederlands of in het Engels moet komen is van secundair belang. Engelse teksten van Nederlandstalige redacteurs zijn inderdaad zelden perfect, maar daar bestaat een heel eenvoudige en betaalbare oplossing voor: leg het eindresultaat nog eens voor aan een Engelse native speaker. Nee, niet aan Pete Snot.
Didier Wijnants